Kosteloos materiaal tot leven brengen
Je kan met kosteloos materiaal aan de slag in storytelling. Hoe je dit kan doen gaan we uitleggen aan de hand van volgende stappen:
1) Bekijk met welk voorwerp je iets wil doen. Zo kan je bijvoorbeeld een plastieken fles omtoveren tot een mannetje door er oogjes en een mond op te plakken. Wat wij hebben gedaan is een gat in een tennisbal gemaakt en zo hadden we een sprekende tennisbal tot leven gebracht.
​
2) Dit voorwerp is heel vergeetachtig. Hij zou zich graag voorstellen maar het voorwerp weet zelfs zijn eigen naam niet meer. Het is nu aan de kleuters om een leuke naam te bedenken voor dit voorwerp.
Als de kinderen het te moeilijk vinden om een naam te bedenken kan je hen een beetje in de goede richting sturen. Dit kan je aan de hand van een spelletje doen. Wij vinden dit een hele leuke methode om dit te doen: de storyteller gaat in zijn hoofd het alfabet af en het is aan de kinderen om stop te roepen terwijl de storyteller dit aan het doen is. Als de kinderen stop hebben geroepen verteld de storyteller aan welke letter hij zat, bijvoorbeeld de letter N. En nu is het aan de kinderen om een naam te zoeken die begint met de letter N.
3) Nadat de kinderen een leuke naam hebben gevonden voor het voorwerp, wil deze ook wel graag te weten hoe de kinderen heten. Dus doet het voorwerp even een namenrondje. Dit vinden de kleuters heel leuk en zo is het ijs helemaal gebroken en kunnen we over gaan naar de volgende stap.
4) Nadat het materiaal een naam heeft gekregen wil hij nog meer weten van zichzelf. De kinderen mogen hun fantasie hierbij de vrije loop laten gaan en een heel achtergrondverhaal bedenken voor het voorwerp. Jij als juf bent er om het gesprek te ondersteunen en eventueel hen op weg te helpen. Je kan vragen stellen zoals:
- Van waar kom ik?
- Wat zou ik graag doen?
- Waar doe ik dit?
- Waar voor dien ik?
- Wat vind ik leuk?
- Wat vind ik niet leuk?
-...
​
5) Als je de basis dingen hebt bedacht samen met de kinderen, kan er wat dieper op ingaan. Dit zijn enkele vragen die je kunnen helpen:
- Wie zijn mijn vrienden?
- Hoe heten die?
- Wie zijn mijn mama en papa?
- Heb ik broers of zussen?
- Hoe zou het komen dat ik alles vergeten ben?
- Wat zou ik hier komen doen?
- …
​
6) Het leuke aan deze techniek is dat de kinderen zelf bepalen wanneer ze klaar zijn met hun verhaal. Dit zal je als storyteller zeker en vast merken. De fantasierijke en de originele ideeën lopen tot een eind.
Wanneer je al deze stappen overlopen hebt heb je eigenlijk zonder dat de kleuters het beseffen, aan storytelling gedaan. Ze verzinnen namelijk een heel verhaal over en voor een willekeurig object.
Na deze activiteit kan je ook nog een vervolgactiviteit inplannen. Dit is niet noodzakelijk maar kan wel heel fijn zijn voor de kinderen.
​
- Laat de spullen ergens in de klas liggen, zodat ze hier zelf mee kunnen spelen.
- Je kan er ook extra standaard materiaal aan toe voegen zoals bijvoorbeeld poppen of boeken zodat het allemaal wat dynamischer wordt.
- Een beeldende activiteit aan storytelling koppelen is zeker een leuke vervolgactiviteit. Zo kunnen de kinderen het verhaal visualiseren. Dat kan via 3D of 2D.
- Wat de kleuters ook heel leuk zullen vinden is dat je samen met hen een echt prentenboek maakt van hun zelfgemaakte verhaal.
- …
“Stop het verhaal ronde”
Wat nog leuk is om te doen, is hetzelfde principe als het alom bekende “stop de band ronde” in een quiz. Er speelt een liedje af en plots stopt dit, dan moet jij verder zingen. Je kan hetzelfde met een verhaal doen. Je vertelt een bestaand of verzonnen verhaal en op een gegeven moment stop je met vertellen. Dan is het aan de kinderen om het verhaal af te maken. Volgende stappen helpen je om dit uit te proberen.
1) Bedenk een verhaal of zoek een verhaal op dat je graag wil vertellen in de klas. Wat hierbij wel belangrijk is, is dat de kinderen genoeg inspiratie krijgen om het verhaal verder af te maken.
2) Bereid het verhaal goed voor. Weet goed wat je gaat vertellen en wat niet. Bedenk ook goed waar je het verhaal gaat stop zetten, dit moet een deel zijn waarbij je naar een climax toe werkt of juist in een climax zit. Zo kunnen de gemakkelijk nadenken over een vervolg.
3) Jij als juf kunt de kinderen begeleiden door hen wat hulpvragen te stellen zoals:
- Wat is er gebeurt in het verhaal?
- Wie speelt er allemaal mee in het verhaal?
- Waar speelt het verhaal zich af?
- Vind je dit goed of wil je liever naar ergens anders?
- Hoe kan je dit laten gebeuren?
- Wat is er met de personages gebeurt?
- Wil je graag dat er nog iemand extra komt helpen?
- Zo ja, wie?
- …
4) De kinderen bepalen zelf wanneer hun verhaal klaar is. Het kan goed zijn dat sommige maar iets kort vertellen maar dat is helemaal niet erg. Na een tijd gaan ze groter en breder denken.
5) Wanneer het verhaal klaar is kan je hier nog een verwerkingsopdracht aan koppelen. Dit kunnen dezelfde zijn als de vervolgactiviteit op het kosteloos materiaal. Maar je mag je creativiteit als storyteller de vrije loop laten gaan.
Beide activiteiten kan je klassikaal, in kleine groep of zelfs individueel doen. Wij zouden aanraden om het in kleine groep of individueel te doen, zodat iedere kind aan bod kan komen. Als je er toch voor kiest om het klassikaal te doen kan je het gebruiken als opvul momentje. Let er wel op dat je de laatste techniek die aan bod is gekomen altijd goed voorbereid.
​
​
​
​